In De moderne Helicon (1792) neemt Arend Fokke Simonsz zijn schrijvende tijdgenoten genadeloos op de hak. Het verhaal gaat over de Griekse god Apollo, die een winkel in poezie heeft geopend. Schrijvers komen van heinde en verre om daar poetisch taalgebruik en metaforen te kopen. De vreemdste attributen staan in de vitrines: van kloppende harten tot lillende ingewanden en ledematen van suiker. En voor de gevoelige dichter is er een groot assortiment zilte tranen.

Fokke bekritiseert het belabberde peil van de eigentijdse dichtkunst en stelt en passant allerlei maatschappelijke waarden en normen ter discussie. Intussen steekt hij zijn eigen geleerdheid niet onder stoelen of banken en lardeert hij zijn tekst met hoogdravende aantekeningen, waarin hij zijn kennis van de klassieke mythologie en de geschiedenis etaleert. De moderne Helicon is een van de scherpste satires uit de Nederlandse letterkunde.