Oorlogen zijn verwoestende aangelegenheden die gepaard gaan met ontberingen, plunderingen, doden en gewonden. Toch gaat er ook een productieve kracht van uit: veldslagen hebben een schat aan onvergetelijke wereldliteratuur opgeleverd. Ook in de vroegmoderne tijd verscheen veel oorlogsliteratuur. Zo klinkt de Tachtigjarige Oorlog tot ver in de negentiende eeuw door in tal van liederen, soldatenverhalen, epen, pamfletten en gedichten. De vele oorlogen waarin na 1648 de Europese machtsverhoudingen bevochten werden, gaven in alle betrokken landen aanleiding tot literaire reflecties op de strijd.
In deze bundel staat de literaire verbeelding van oorlog in de vroegmoderne Republiek vanuit een Europees perspectief centraal. Wie waren betrokken bij de totstandkoming van oorlogsliteratuur en welke belangen hadden zij? Hoe verhouden fictie en werkelijkheid zich tot elkaar? Welke oorlogen werden in de collectieve herinnering bewaard en welke zijn vergeten?  Via drie pijlers wordt het fenomeen oorlogsliteratuur besproken: vorm, identiteit en herinnering. Een scala aan onderwerpen komt aan bod: van muiterij tot oorlogsparodie, van het gevoelsleven van de soldaat tot theatrale slagvelden, en van lokale festiviteiten tot nationale epiek.