Tweehonderd jaar geleden, in 1813, werd Nederland bevrijd van de Fransen. Daarmee kwam een einde aan jarenlange Franse overheersing. In 1806 had Napoleon Bonaparte zijn broer Lodewijk tot koning van ‘Holland’ benoemd om vervolgens het land in 1810 bij het Franse keizerrijk in te lijven.

Het standaardbeeld is dat de Nederlanders nauwelijks in opstand kwamen tegen het Franse regime. Dit boek laat zien echter dat er een levendige verzetscultuur bestond. Tal van burgers verhieven hun stem tegen het Franse gezag en sprongen in de bres voor het vaderland. Zelfs tijdens de Inlijving, toen een strenge censuur gold, lieten zij zich de mond niet snoeren. ‘Gevloekte rover!’ en ‘Oranje boven!’ klonk het alom.
Het is een aardige paradox: op het moment dat de Fransen hier de scepter zwaaiden, leefde het Nederlanderschap als nooit te voren. Schrijvers probeerden het wezen van de natie te vangen door te wijzen op de onderscheidende kenmerken van haar cultuur en inwoners. Zo werd, mede dankzij de overheersing van Napoleon, de ideale Nederlander geboren.